In de film Eyes Wide Shut (Stanley Kubrick, 1999)
volgen we de lotgevallen van Bill Harford, een jonge dokter wiens vrouw hem
vertelt dat ze gefantaseerd heeft over een affaire met een marine-officier die
zij een tijd geleden hebben ontmoet. Harford fixeert zich op dit idee en
bewandelt New York in de nacht, allemaal seksueel geladen gebeurtenissen
meemakend. Een patiënt van hem kust hem en verklaart hem de liefde, hij ontmoet
een winkelier die hem zijn dochter aanbiedt, en hij gaat bijna mee met een
prostituee. Op een gegeven moment stuit hij per toeval op een geheime sekte,
die in een landhuis bijeenkomt om rituele orgieën te houden. Iedere bezoeker heeft
een masker op en de meesten hebben ook een lange cape aan die hun lichaamsbouw
verhult. Grote uitzonderingen hierop zijn mensen die naakt rondlopen (met
uitzondering van een masker) en seks hebben met elkaar in alle openheid,
bekeken door alle gasten. Bijna alle naakten zijn vrouwen.
Uitgegaan op tekenen van typische mannelijkheid en
vrouwelijkheid is aan te nemen dat de meeste bezoekers ook daadwerkelijk mannen
zijn, glurend vanachter hun maskers naar de vrouwelijke lichamen. De weinige
vrouwelijke bezoekers lijken hierbij, als de kijker, een male gaze aan
te nemen zoals Mulvey die in Visual Pleasure in Narrative Cinema beschrijft.
De naakte vrouwelijke lichamen staan bijna tentoongesteld aan het begin van de
ceremonie als fetishering, maar de getoonde beelden van de orgieën daarna doen
bijna sadistisch aan tegenover die lichamen. Opvallend is hier wel dat de
vrouwen zelf, als deel van de ceremonie, hun partner uitkiezen en hierbij
actief worden. Ze zijn niet alleen passieve lichamen.
Na het observeren komt Bill in de problemen. Hij wordt
teruggeleid naar de zaal waar de ceremonie begon, en toegesproken tot de
grootmeester van de orde terwijl een grote menigte zich heeft verzameld. De
bekijker (immers, de toeschouwer kijkt mee met Bill) wordt nu bekeken.
Deze omkering gaat niet langer over vrouwenlichamen. Bill
wordt bestraft door zijn nieuwsgierigheid en wordt hierin gadegeslagen door
alle maskers. Zoals Mulvey in haar voorbeelden noemt zijn er hier ook duidelijke
reverse shots die laten zien wie kijkt – maar die blik wordt
platgeslagen door de maskers, waarachter we niet of nauwelijks ogen kunnen
waarnemen. Deze shots waarin iedereen kijkt worden door jump cuts verstoord. In
Celluloid Echo’s beargumenteert Peter Verstraten dat dit het effect
versterkt: “De kijker dient de verstoorde continuïteit in het beeld te
accepteren als concessie aan het bekorten van de tijdsduur. (…) De camera
glijdt vanuit allerlei posities langs de kring en vangt steeds weer een glimp
van Bill op, stellig ten teken dat hij vanuit alle mogelijke hoeken en gaten in
de peiling wordt gehouden” (Verstraten 75). Bill kan kijken wat hij wil, maar
hij ontkomt er niet aan een duidelijk object te worden van blikken die overal
vandaan lijken te komen, zonder dat ze goed zijn te traceren. De toeschouwer
keek voor deze scène nog makkelijk mee met hoofdpersonage Bill, maar deze scène
schopt de verhoudingen zo helemaal in de war.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten